Zaanstad is één van de eerste gemeenten waar Cyber haar ‘Waardenmodel Leefomgeving’ in de praktijk heeft toegepast. Zo werd de afgelopen maanden getoetst of de ambities van de gemeente na renovatie van een achterstandswijk zijn behaald. “Het model legt meer bloot dan ik had verwacht”, vertelt Ronald Landman, strategisch beheerder openbaar groen bij de gemeente.
De fysieke leefomgeving wordt steeds belangrijker. Mensen maken meer gebruik van de buitenruimte en beseffen dat deze ruimte waarden heeft die ertoe doen. Het sturen op waarden neemt daarmee in belang toe. En dat beseffen ze ook bij de gemeente Zaanstad, waar momenteel in het project ‘Levende kleurenbuurt’ een achterstandswijk wordt gerenoveerd.
De wijk wordt aangepakt om de openbare ruimte aantrekkelijker te maken, maar ook om deze beter te laten aansluiten bij de behoeften van de bewoners. Dit doet de gemeente door de bewoners meer bij de (plannen voor de) openbare ruimte te betrekken. Zo zijn er, op basis van de wensen en ideeën van bewoners, onder andere meer bomen en heesters aangeplant, sportfaciliteiten aangelegd, is er een gezamenlijke moestuin gemaakt en worden er in en om het buurthuis meer activiteiten georganiseerd.
Ambities waarmaken
Maar heeft de renovatie het gewenste effect? Ziet de openbare ruimte er beter uit? En zijn de bewoners tevreden? Om antwoord te krijgen op deze en andere vragen, maakt de gemeente gebruik van het waardenmodel van Cyber. “Het waardenmodel is een instrument om de aanwezige waarden op een plek in een buurt of wijk inzichtelijk en meetbaar te maken, en daarmee concreet te verbinden aan de ambities”, licht Sjaak van der Vlies, mede-eigenaar van Cyber, toe. “Hierdoor is het mogelijk om maatwerk toe te passen.”
Ronald Landman, strategisch beheerder openbaar groen in de gemeente Zaanstad, vertelt dat hij al langer rondliep met de vraag hoe ze binnen projecten ambities beter kunnen waarmaken. “Door in dit project gebruik te maken van het waardenmodel, kunnen we concreet toetsen of de openbare ruimte is opgeknapt en de leefbaarheid en betrokkenheid zijn verbeterd. Het mooie daarbij is dat een deel van de wijk al is opgeknapt en een deel nog niet, waardoor we de resultaten goed met elkaar kunnen vergelijken.”
Positieve resultaten borgen
Inmiddels is gebleken dat het waardenmodel goed bruikbaar is in de praktijk. “Het model helpt om zaken scherper te krijgen. Je krijgt in beeld wat er goed gaat en wat er nog verbeterd moet worden”, vertelt Van der Vlies. Zo is aan de hand van het waardenmodel aangetoond dat de herinrichting en renovatie een positief effect hebben op het gebruik, de aantrekkelijkheid, de gezondheid, het klimaat en de beleving. Wel is het volgens hem van belang om de positieve resultaten te borgen. “Het afbreukrisico is groot.”
Zo wijst hij erop dat de interne afstemming binnen de gemeente beter kan. “Er zijn veel investeringen gedaan in de inrichting. Maar het feit dat er nog veel zwerfafval ligt en het onkruid een meter hoog staat, heeft een negatieve invloed op de beleving, en daarmee op het gedrag en de betrokkenheid van de bewoners. Met behulp van het waardenmodel krijg je veel van dat soort dingen boven tafel.”
Daarnaast komt volgens hem duidelijk naar voren dat zowel vanuit het fysieke als sociale domein zaken moeten worden aangepakt om (blijvende) resultaten te behalen. “De zelfredzaamheid van mensen in dit soort buurten is over het algemeen niet groot. Terwijl ze wel een ontzettende behoefte hebben aan een prettige omgeving. Daarom is er blijvende aandacht en begeleiding nodig.”
Communicatie kan beter
Ook Landman ziet aan de hand van het waardenmodel dat de inspanningen wel degelijk effect hebben. “De herinrichting draagt zeker bij aan het verbeteren van de leefbaarheid. Maar doordat een paar dingen fysiek niet helemaal aansluiten bij de ambities, glijdt het ook alweer af.”
Zo ziet hij dat er weinig prullenbakken geplaatst zijn, waardoor er in deze buurt meer vuil wordt gedumpt. Daarnaast is ook de onderlinge communicatie tussen het fysieke en sociale domein volgens hem nog een opgave. Landman noemt de moestuin als voorbeeld. Deze was in eerste instantie succesvol aangelegd. Maar omdat de aanleg van het groen nog niet helemaal is afgerond, is deze na de renovatie nog niet teruggeplaatst. Het opgebouwde enthousiasme om hier samen een bijdrage aan te leveren, gaat daarmee snel verloren. “Als je een moestuin wil beginnen, moet ‘ie er een dag later ook liggen en niet zes maanden later. Die afstemming en timing zijn heel bepalend.”
Boven verwachting
Landman is erg tevreden over het waardenmodel. “De ervaringen zijn eigenlijk boven verwachting. Het model legt meer bloot dan ik zelf had verwacht. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de gegevens niet alleen in grafieken, maar ook in kaarten worden verwerkt. Dat maakt heel inzichtelijk over welke specifieke gebieden je het hebt.”
Zo kan Landman op basis van de kaarten goed zien dat het aangepakte gebied een aanzienlijke meerwaarde heeft ten opzichte van het deel dat nog niet is aangepakt. “Daarmee wordt voor mij aangetoond dat het absoluut loont om meer energie te steken in de relatie tussen het fysieke en sociale domein. Terwijl mensen intern daar nog niet altijd van overtuigd zijn. Daarom wil ik met het waardenmodel laten zien dat deze werkwijze wel degelijk een meerwaarde heeft voor (de leefbaarheid in) de openbare ruimte. Zodat we dit principe ook in andere projecten kunnen gaan toepassen.”